Veelgestelde vragen
Hieronder ziet u de meestgestelde vragen over autobanden, autovelgen en bandenservices
Controleer de bandenspanning bij voorkeur alleen wanneer de banden koud zijn. Om van koude banden te kunnen spreken moet er ten minste 2 uur niet gereden zijn of heel weinig en rustig. Heeft u toch al enkele kilometers afgelegd, houd er dan rekening mee dat er minstens 0,3 bar méér in de band moet dan de opgegeven adviesspanning. Verlaag de bandenspanning nooit wanneer de banden warm zijn. Dit veroorzaakt vaak een bandenspanning die beneden de adviesspanning komt. De bandenspanning moet in ieder geval per as altijd hetzelfde zijn. Vanzelfsprekend moet het ventiel voorzien zijn van een ventieldopje.
Hiervoor moet de bandenspanning correct zijn. Een te lage bandenspanning zorgt onmiddellijk voor minder stabiliteit, meer slijtage en een hoger brandstofverbruik. Bij een veel te lage bandenspanning kan de band zelfs oververhit raken en onherstelbaar beschadigd raken. Deze beschadigingen zijn niet altijd direct zichtbaar. Hierdoor kunnen levensgevaarlijke verkeerssituaties ontstaan. De bandenspanning dient bij voorkeur om de 14 dagen gecontroleerd te worden, op zijn minst één keer per maand. Vergeet daarbij niet de bandenspanning van de reserveband. Ook voor aanvang van lange reizen dient u de bandenspanning te controleren.
- Rolweerstand/brandstofzuinigheid
Bij een lagere rolweerstand wordt meer brandstof bespaard. De waarden A t/m E duiden het effect op het brandstofverbruik aan, respectievelijk van laag tot hoog. - Grip op nat wegdek / remprestaties
In de categorie ‘Grip op nat wegdek, ‘duiden de classificaties A t/m E de relatieve remafstanden aan – respectievelijk van kort naar lang – op een nat wegdek. - Omgevingsgeluidsniveaus
Het geluidsniveau buiten de cabine wordt gemeten in dB en wordt verdeeld in drie klassen, variërend van A tot C, waarbij A staat voor laag geluidsniveau en C voor hoge geluidsbelasting voor het milieu. N.B.: het externe geluidsniveau komt niet volledig overeen met het geluid in het interieur van de auto. - Grip op sneeuw
Indien van toepassing geeft het symbool ‘Three Peak Mountain Snowflake’ (ook wel 3PMSF genoemd) aan dat het product is geclassificeerd als een band voor gebruik onder zware sneeuwomstandigheden, in overeenstemming met strikte Europese wetgeving (R117). Alle winter- en allseason-banden van Vredestein zijn voorzien van de 3PMSF-markering. - Grip op ijs*
Op het bandenlabel van een band die voldoet aan de prestatienormen voor grip op ijs moet het pictogram ‘Ice Grip’ worden weergegeven.
- Voor elke type band is een QR-code opgenomen, met een koppeling naar het European Product Registry for Energy Labelling (EPREL), waarmee de gegevens op het label kunnen worden gevalideerd.
- In het kader van de nieuwe regeling (downloadknop, zie bijgevoegde PDF) zijn ook labelstickers opgenomen voor truck- en busbanden (bandenklasse C1, C2 en C3).
- Bandentype/model-identificatie is inbegrepen (= artikelnummer/EAN-code)
- Daarnaast zijn er extra opties voor het invoegen van pictogrammen met betrekking tot zware sneeuwomstandigheden (3PMSF) en/of grip bij ijzige omstandigheden (alleen voor C1-banden).
- Classificatie van rolweerstand en natte grip is van 7 klassen teruggebracht naar 5 klassen.
- Klasse D is niet langer leeg (alleen C1- en C2-banden)
- D is de nieuwe E
- F en G worden samengevoegd tot E
- Symbool voor geluidsgolven vervangen door classificatie A, B of C.
De EU heeft zich ten doel gesteld om de uitstoot van broeikasgassen door transport in 2050 met ten minste 60% te verlagen ten opzichte van 1990. Aangezien de sector transport verantwoordelijk is voor ongeveer 22% van de totale uitstoot van broeikasgassen in de EU, speelt het terugdringen van de CO2-uitstoot van de transportsector een belangrijke rol bij het realiseren van deze doelstellingen. Tegelijkertijd zal het label fabrikanten ertoe aanzetten om te innoveren, om ervoor te zorgen dat hun banden meedoen in de topklasse van de branche door ze zuiniger, veiliger en stiller te laten zijn.